Leestijd: 4 minuten


Structuur en duidelijkheid waren op de PABO al van die woorden die ik constant hoorde. “Dit is zo belangrijk in een klas” werd er dan gezegd. Oké heel leuk, maar hoe doe je dat dan? Wat houdt dat dan in? Is daar een methode voor?

 

Al vrij snel werd op de PABO duidelijk dat er geen methode voor was en het ook voor een gedeelte in je moet zitten als leerkracht. Pas toen ik aan het werk ging, heb ik zelf ontdekt wat bij mij paste en hoe ik die structuur en duidelijkheid kon gaan geven aan mijn klas.

Opgeruimde klas, opgeruimd hoofd:

Allereerst heb ik in de afgelopen jaren geleerd dat leerlingen en de docent pas goed tot leren kunnen komen, zodra de omgeving ook rustig is. Als er teveel prikkels in de omgeving zijn, kunnen leerlingen sneller worden afgeleid. Het tentoonstellen van mooie werkjes of opdrachten is ontzettend goed en leuk, maar bundel deze en zorg voor een vaste plek in de klas.

 

Bij de lagere groepen werkt het heel erg goed om spelletjes en speelgoed op een vaste plek op te ruimen en in dezelfde dozen/bakken. Ik maak altijd gebruik van pictogrammen.  1 op de plek waar de doos moet staan en 1 op de doos. De leerlingen kunnen nu ook makkelijker zelf hun spullen opruimen en blijft alles een vast plek houden.  Maak de leerlingen ook onderdeel van het opruimen; geef leerlingen een taak en maak ze mede verantwoordelijk voor een opgeruimde klas. Leerlingen van alle leeftijden kun je dit leren, zolang je ze daar in het begin goed in worden begeleid.

Consequent zijn:

In het begin van het schooljaar is het altijd even hard werken om alle regels en afspraken goed in te voeren. Leerlingen proberen je uit en gaan kijken tot hoe ver ze kunnen gaan. Zolang jij heel consequent blijft en bij je standpunt blijft, weten de leerlingen precies wat ze aan jou hebben. Ze zullen vast wel thuis komen met: “zo mama, deze docent is echt streng!” maar eigenlijk vinden ze dit heerlijk. Het is toch ook ontzettend fijn om te weten waar je aan toe bent en dat je weet waar de grens ligt. Zolang jij maar duidelijk bent en ook aangeeft waarom je wilt dat leerlingen zich aan bepaalde regels houden, dan gaan zij het vanzelf overnemen en zal je merken dat je niet de hele dag de regels hoeft te herhalen. Deze zin gebruik ik heel vaak als ouders aan mij vragen hoe ik ervoor zorg dat leerlingen goed luisteren: “zeggen wat je doet, doen wat je zegt”.

Vaste ritme / regelmaat:

Om elke dag met hetzelfde te beginnen klinkt heel saai, maar het is voor leerlingen zo fijn. Naast mijn digibord hang ik altijd een prikbord op waar het programma van de hele dag op staat. Voor de jonge kinderen maakte ik altijd gebruik van pictogrammen. Op de site van “sclera” kun je hele duidelijke picogrammen vinden die rustig zijn en in zwart/wit. Daarnaast heb ik altijd de klok en een “time-timer” (een klok die werkt als een soort kookwekker, waar je zelf op kan aangeven hoe lang iets mag duren) naast mijn bord hangen. Ook de datum, seizoen en bijzonderheden hangen op het bord. Elke morgen verwelkom ik de leerlingen en geef ik aan dat het fijn is om ze weer te zien. Ik bespreek het dagprogramma, de bijzonderheden en mijn verwachtingen voor die dag. Daarna vraag ik aan de leerlingen of iemand nog iets wil vragen of vertellen. Zodra alles duidelijk is voor de klas, begint het ‘reguliere’ programma.  Ik eindig de dag ook met een vragen rondje; wat ze van deze dag vonden en wat het leukste was wat zij die dag hebben gedaan of geleerd. Ook kom ik terug op mijn verwachtingen van die dag en deel ik complimenten uit. Ik ben ervan overtuigd dat je de dag altijd positief moet afsluiten.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


Start een andere vergelijking